woensdag 12 september 2012

Geile beren met ijs.

Na jaren lange vriendschap waarin we lief en leed deelden, gekke avonturen met elkaar beleefden  en elkaars tampon eruit trokken wanneer de ander de kracht er niet voor had, is het moment toch daar.
Het is tijd voor relaties.
Mensen om me heen besluiten deze verbintenis aan te gaan en ik vind het puik werk.
Het is in mijn ogen toch elke keer weer dat afscheid wat ik neem, elke keer weer het afscheid van een buddy die de wilde wereld in gaat vol met telefoontjes over hoe laat je thuis bent, lieve woordjes voor het slapen gaan en natuurlijk de momenten waarop wordt aangekondigd dat ze nodig moeten praten.
Pure kopzorgen, zo’n afscheid.
Het word ook niet aangekondigd, dat afscheid. Sterker nog, het word al die tijd besproken alsof het nooit gebeuren gaat. Elkaar verlaten zit er niet in, laat staan uit elkaar groeien. Vriendschapsbandjes en kettingen verzegelen de belofte elkaar niet te laten zitten en dat was absoluut een mooie illusie waarin we leefden.
Om mijn buddy bij te houden ga ik zelf ook het een en het ander aan met wat flierefluiters die langs komen zwieren met een pik zo groot als een kinderarm, maar het werkt niet voor me.
Ik ben nog niet klaar voor het afscheid.

Dus sta ik daar maar, langs de zijlijn te kijken hoe zij hand in hand weg huppelen richting een mooie regenboog  en hoe zij verwelkomt worden door teddyberen die elkaar ophitsen met softijs.
Eenmaal overschaduwt door de felle kleuren van de regenboog en de druppels van het gesmolten ijs draai ik me om en zie ik mijn eigen leven.
Een ander pad, ik huppel niet en zie ook geen spastische teddyberen.
Ik zie andere dingen, een ander leven
Uit elkaar groeien is niet erg,  het steekt alleen even.